Als je het woord ‘leiderschap’ opzoekt in de Dikke van Dale, dan vind je drie definities:
1. het leider-zijn: het leiderschap op zich nemen,
2. de gezamenlijke leiders,
3. de eigenschap dat iemand goed is als leider: leiderschap tonen.
Bij leiderschap in de geneeskunde denken velen als eerste aan die hoogste baas binnen een maatschap van een ziekenhuis. Meestal de oudste collega van die maatschap. Dit brengt ook een hiërarchie met zich mee, welke soms wat onaangename momenten kan veroorzaken.
Of denk je eerder aan de politiek? Ook een hot item. In hoeverre is onze minister van VWS nu de leider van onze zorg? En heeft hij als de grote leider van de Nederlandse zorg het overzicht? Is het überhaupt haalbaar om dat overzicht te verkrijgen en alles goed te doen?
Maar je kan ook wat kleiner denken. Want als je ergens het vak leiderschap wel moet beheersen, is het wel in de ouderengeneeskunde. Ja, dat lees je goed. Het onbekende en toch helaas nog steeds niet zo populaire specialisme binnen de eerstelijnsgeneeskunde.
De term leiderschap heeft, zoals bovenstaande al doet vermoeden, vele verschillende facetten. Binnen het specialisme ouderengeneeskunde komen al deze betekenissen aan bod. Als specialist ouderengeneeskunde ben je de leider en hoofdbehandelaar van de bewoners binnen het verpleeghuis: ‘de leider zijn’. Je bent verantwoordelijk voor de geleverde medische zorg aan de bewoners, zowel op het lichamelijke als op het psychische vlak.
Een goede samenwerking en communicatie met de ergotherapeut, fysiotherapeut, maatschappelijk werker, psycholoog en geestelijk verzorger is een must voor goede zorg. Met deze gezamenlijke leiders binnen elk paramedisch aandachtsgebied, moet jij als arts de ‘hoofdleiding’ nemen en de knopen doorhakken. Hierbij moet je leren om ook je leiderschap te tonen en te dragen. Het regelmatige multidisciplinair overleg over de bewoners is hierbij een goed medium.
Er is echter altijd een baas boven baas. Want hoe zeer je ook als specialist ouderengeneeskunde je best doet om te zorgen voor de bewoners en hun gezondheid, de ultieme leider blijft de patiënt zelf. Wat willen hij nog op zijn oude dag en waar wordt hij nu gelukkig van? Kunnen wij hem (nog) gelukkiger maken? Wat waren zijn hobby’s vroeger? Wat wil hij nog zo lang mogelijk zelf blijven doen? En ook belangrijk: wat wil hij niet meer?
Vele dokters worden opgeleid om de beslissing te nemen om alles uit de kast te halen voor een patiënt. Je neemt dan het leiderschap over om geen kwaad te doen. Maar binnen de ouderengeneeskunde beslissen we vaak ook om dingen juist niet te doen, luisterend naar de wil van de patiënt. Soms schaad je de patiënt juist niet door dingen te laten. De autonomie van de patiënt staat hierbij voorop. Want uiteindelijk is hij of zij de ultieme leider binnen ons vak en proberen wij, in onze best mogelijke adviserende rol, te zorgen dat hiernaar kan worden geluisterd.
Bianca de Jong – AIOS ouderengeneeskunde LUMC |
Wil je een dagje met Bianca of een andere ambassadeur meelopen? Dat kan! Kijk hier hoe je je daarvoor kunt aanmelden.