Het is een van de angsten van elke specialist ouderengeneeskunde op een gesloten afdeling. En ook een angst die waarschijnlijk elke specialist ouderengeneeskunde wel eens van dichtbij heeft meegemaakt. Een week geleden was er een nieuwe opname op de afdeling voor jonge mensen met dementie. Een man van 51 jaar, die we Gerard mochten noemen. Beide ouders overleden, een dochter in de puberleeftijd en een oudere broer. Met zijn dochter had Gerard geen contact meer, zij woonde in bij zijn broer sinds dat bekend was dat hij leed aan dementie. Met zijn broer had hij slecht contact, omdat hij hem niet vertrouwde. Gelukkig was zijn broer wel diegene die een oogje in het zeil hield, ondanks het slechte contact. Gerard woonde alleen thuis, of eigenlijk meer op straat. Hij was continu buiten, en onderweg verzamelde hij van alles wat hij tegenkwam en nam dat mee naar zijn huis. Zoals je, je wel kunt voorstellen, was zijn huis daarom niet het meest schone huis wat je ooit hebt gezien. Zijn kleren waren ook altijd vervuild, hij had een ongeschoren baard en ingevallen gezicht. Minimaal 1x per week probeerde de thuiszorg bij hem binnen te komen met de casemanager dementie om hem onder de douche te krijgen en zijn huis een beetje op te ruimen. Maar zoals verwacht kan worden bij deze ziekte ging Gerard met de tijd steeds verder achteruit. En met het zwerven over straat kwam deze man in gevaarlijke situaties terecht, zoals het willen oversteken van een snelweg. Uiteindelijk werd het zo ernstig dat hij tegen zijn wil in moest worden opgenomen in het verpleeghuis. Maar ja, zoals u al kunt raden, daar liet Gerard het niet bij zitten. Eenmaal op de afdeling bleef hij rondjes lopen en bij de (nood)uitgang van de afdeling hangen. Hij zocht naar een weg naar buiten. Want daar was zijn leven. Niet hier binnen tussen die ”gekke mensen “. Toen kwam het moment waar we al voor vreesden… Gerard was nergens meer te vinden. Op de afdeling niet en ook niet verder in het huis. Het was hem gelukt. Hij was de afdeling afgegaan, zonder dat iemand dat in de gaten had. Direct zijn naast zijn broer, diverse instanties ingeschakeld zoals de politie. De angst was groot dat Gerard weer in een gevaarlijke situatie zou belanden. De meest logische plek waar hij naar toe zou kunnen zijn gelopen is zijn huis. Dat was dan ook de eerste plek waar zijn broer en de politie naar toe zijn gegaan. En gelukkig, daar vonden ze Gerard, in de achtertuin van zijn huis. Want een sleutel had hij niet meer, dus dan maar proberen via de achterdeur binnen te komen. En met heel wat overtuigingskracht, lukte het om Gerard weer mee terug te krijgen naar het verpleeghuis.Later in een gesprek liet hij weten dat hij gewoon even naar buiten wilde. Eventjes ‘on tour’, zoals hij vroeger altijd deed. En hoe hij van de afdeling af was gekomen? Gewoon met een bezoeker mee naar buiten gelopen. Hij zag er immers niet oud en grijs uit, zoals de meeste bewoners met dementie.Gelukkig is het deze keer goed afgelopen. Maar het bracht ook meteen een mooie en interessante discussie in gang over hoe veilig en afgesloten de afdeling in het verpleeghuis moet zijn. Leuke stof om over na te denken en over te discussiëren.