Natuurlijk heeft ze ‘Het zwijgen van Maria Zachea’ gelezen. Ze is het vierde kind uit een gezin met vijftien kinderen. Of eigenlijk zestien, want de eerstgeborene overleed. Iets wat moeder altijd bij zich droeg en ook durfde te delen. Een liefdevol gezin. En dat heeft ze doorgegeven aan haar drie dochters en die ene zoon. Een nakomertje. Ze doet luchtig: “Er waren in onze buurt nog drie gezinnen met meer kinderen. Eén zelfs met eenentwintig kinderen.”
Het pad waarop ze loopt wordt smaller. Een blaasontsteking en een val stuurden haar ‘een greppel’ in, die ik delier noem en de reden is van mijn komst. Ze is er echter uitgekropen en aan het eind van het gesprek is mijn testmateriaal in de tas gebleven. “Als ik mocht tekenen voor de zekerheid, dat ik negenentachtig wordt en dan nog over uw vermogens beschik, dan deed ik het direct”, laat ik mij ergens in het gesprek ontvallen. Ze is niet bang voor de dood en ze leeft het tegeltje: “leven is niet wat je gebeurt, maar hoe je er mee omgaat”.
De band wordt gesmeed, wanneer ze spreekt over de zelfdoding van haar zoon. Vierentwintig jaar oud en onaangekondigd. We mogen er over praten. Dat is fijn, omdat mijn zus van een flat sprong en ik zag wat het met mijn ouders deed. Ik aarzel niet om het te delen, want zij luistert nog. Oprechte aandacht en interesse.
Hij had een beschermde, liefdevolle jeugd. Misschien iets verwend (maar wat wil je met drie flink oudere zussen) en in een fase van zijn leven met pieken en dalen. Een prima baan. Een nare dienstplicht, waaruit hij was “gedeserteerd”, al was dat maar van korte duur. Hij had een heel leven voor zich. Maar kennelijk zag hij dat leven op enig moment inktzwart. Was het een impuls? In de avond had hij nog gespeeld met de kinderen van zijn zus. Hij was normaal naar bed gegaan en ’s ochtends vond zijn vader hem in de schuur hangend aan een touw. De dag na nieuwjaarsdag.
Die grote vraag is nog steeds levend: Waarom? Soms ligt ze ’s nachts wakker. Nu vooral omdat bij haar jongste dochter borstkanker is geconstateerd. De andere dochters hebben dit ook meegemaakt. De oudste dochter neemt het verhaal even over.
Ze is geen piekeraar. “We zijn gewend te praten. Dat is belangrijk! Te delen, maar daarna pakken we gewoon de draad weer op”. Verder slaapt ze goed.
Ze zorgt graag. Bijvoorbeeld voor die buurvrouw in dit woonzorgcentrum, die pas, zeer schaars gekleed, zoekende was op de gang. Ze bracht rust, maar kon haar niet alleen laten, omdat de onrust dan direct weer terug kwam.
De dag na nieuwjaarsdag hebben ze altijd stil gestaan bij het verlies. Het werd een ritueel van bewust samen zijn. Ze blijft actief door zichzelf opdrachten te geven. Ze leest. Ze kookt. Ze heeft de deur altijd open. Ze is graag gezien en niet vergeten. De as, waar het een leven lang om draaide. En een anker.
Ze is een inspirerende vrouw en ik lees dat ook in de ogen van haar dochter.
En ik mag het delen.
De foto vinden we mooi.
Dit verhaal is geschreven door Martin Kooij. Martin is specialist ouderengeneeskunde, beleidsarts en vakgroepvoorzitter bij Geriant en docent bij GERION.
Lees ook de andere verhalen van Martin