Advies Capaciteitsorgaan ondersteunt veld: ‘Méér specialisten ouderengeneeskunde nodig’

Er zijn te weinig specialisten ouderengeneeskunde om nu en in de toekomst de benodigde zorg te bieden aan de groeiende groep kwetsbare ouderen en chronisch zieken. Daarom adviseert het Capaciteitsorgaan om met ingang van 2021 de instroom in de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde te verhogen van 186 naar 260 per jaar. Het Capaciteitsorgaan heeft het advies aangeboden aan de minister van VWS en het veld. Veldpartijen ActiZ, SBOH, SOON en Verenso zijn verheugd met dit advies: ‘Het bevestigt de noodzaak om meer artsen op te leiden tot specialist ouderengeneeskunde.’

‘Het grote tekort aan specialisten ouderengeneeskunde is een zeer urgent probleem’, stelt het Capaciteitsorgaan in zijn advies. Niet alleen door de toename van het aantal ouderen, maar ook omdat een derde van de specialisten ouderengeneeskunde binnen afzienbare tijd met pensioen gaat. Het Capaciteitsorgaan beseft dat het verder verhogen van de opleidingscapaciteit een opgave is die veel inzet vraagt, op meerdere fronten. Het gaat niet alleen om het werven van meer artsen voor de opleiding, maar ook om de aantrekkelijkheid en veelzijdigheid van het vak uit te dragen. Dit vinden ook ActiZ, SBOH, SOON en Verenso. Daarom zetten zij zich apart én samen in voor meer instroom in de opleiding en voor het behouden van de huidige specialisten ouderengeneeskunde (in opleiding).

ActiZ, SBOH, SOON en Verenso slaan handen ineen voor meer specialisten ouderengeneeskunde

SOON-voorzitter en specialist ouderengeneeskunde Raymond van de Walle: ‘Wij voeren de campagne ‘ouderengeneeskunde.nu’ om meer artsen te werven voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. We zien dat deze al de eerste vruchten begint af te werpen: de instroom in de opleiding is in 2019 gestegen.’ Maar er is meer nodig. En daarvoor hebben ActiZ, SBOH, SOON en Verenso de handen ineengeslagen. Samen pleiten zij ervoor het vak van specialist ouderengeneeskunde als vast onderdeel op te nemen in het onderwijs en de coschappen (stages) van de geneeskundestudie. De minister van VWS heeft in de Prinsjesdagstukken aangegeven daarbij te willen helpen.

Trudy Prins, lid van de ActiZ-themacommissie Arbeid: ‘Onbekend maakt onbemind. Daarom willen onze leden de geneeskundestudenten graag kennis laten maken met het specialisme ouderengeneeskunde. Wij zullen ons daarom inzetten voor een betaald coschap tijdens hun studie. Dit kan in het verpleeghuis, maar ook in de revalidatie, met bijzondere doelgroepen of in de wijk. De ouderengeneeskunde is zo veelzijdig, er is voor ieder wat wils.’ Ook zijn passende arbeidsvoorwaarden van belang voor het werven van voldoende artsen voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde.

Verenso-voorzitter en tevens specialist ouderengeneeskunde Nienke Nieuwenhuizen: ‘We pleiten samen voor goede randvoorwaarden, waardoor specialisten ouderengeneeskunde beter kunnen functioneren in een verpleeghuis en daarbuiten. Denk aan bekostiging, secretariële ondersteuning, voldoende verpleegkundig specialisten (taakherschikking), arbeidsmarkttoeslagen en meer scholings- en onderzoeksmogelijkheden.’

Dubbele vergrijzing

Het aantal oudere mensen neemt toe en deze groeiende groep ouderen wordt steeds ouder. Daarmee groeit ook de groep kwetsbare ouderen en patiënten met een complexe zorgvraag. Specialisten ouderengeneeskunde behandelen deze kwetsbare, veelal oudere, patiënten. Deze patiënten hebben meestal verschillende aandoeningen tegelijk, die op elkaar inwerken. Zij verblijven in verpleeghuizen, in kleinschalige woonvormen en steeds vaker ook thuis.

Nieuwenhuizen: ‘De expertise van een specialist ouderengeneeskunde is noodzakelijk voor deze groeiende groep kwetsbare ouderen en chronisch zieken, ongeacht waar zij verblijven. Iedereen heeft immers recht op de juiste zorg.’