Het werk van een specialist ouderengeneeskunde is enorm divers. Bij je beleid moet je het juridische kader kennen (soms kan de bak aan bureaucratie een kriem zijn) maar de casuïstiek die je tegenkomt en de bijbehorende uitdagingen, maken het je werkdag helemaal waard. Onder andere de corona-pandemie liet aan de buitenwereld zien hoe uitdagend werken kan zijn in het verpleeghuis.
Nu ik werk voor een ambulant team, zie ik de wereld van kwetsbare ouderen buiten het verpleeghuis, en die is groot. Schets van een willekeurige dag. Met een collega ben ik op pad in de wijk. Bij de voordeur van de portiek vraagt een straatwerker of we komen voor de mevrouw van de eerste etage. Achter hem zie ik water naar beneden druppelen vanaf het balkon, ik laat het niet bewust tot me doordringen maar ik dacht wel ”wat gek want het regent niet meer”. Hij kijkt opgelucht als we vertellen dat we haar komen bezoeken. We lopen naar boven en zien een opengebroken deur (door de brandweer blijkt later). We lopen naar binnen en treffen een plek waarbij menig zintuigen geprikkeld raken, niet zozeer in positieve zin. De intense geur, de plakkende vloer, de natte spullen in de hal, de bijzondere kunstobjecten omringt door beschimmeld eten, je raakt er stil van. Er wordt je meer duidelijk nu, er was hier zojuist een enorme overstroming.
En dan ver weg, hoor je een sprankelende toon van een mevrouw, ergens achterin de woning, ”Hallo-ho, wie is daar?”. Zij loopt wankel naar ons toe en gaat zitten op de bank in haar woonkamer, ”Wat kan ik voor jullie doen? Ga zitten dames!”. Je kijkt voorbij haar bevuilde kleding en resten van diep rode lippenstift, en stelt gemakkelijk voor je de charmante vrouw die zij was. Je ziet de vergane glorie en langs alle ellende heen die de dementie haar heeft gebracht, intrigeert het je. In het gesprek parkeer je even je eigen standaarden van leven en onderzoek je haar te midden van de stapels van ongeopende post, ongewassen kleding en opgestapelde pannen.
Na goed in gesprek te gaan besef je haar onmacht om deze woning veilig te bewonen en merk je haar sterke autonome moraal. Je gaat in gesprek met alle partijen, raadpleegt omwonenden, thuiszorg, GGD, woningbouw, haar huisarts, verre familie, en komt tot een plan. Thuis probeer je de dag van je af te laten glijden en terwijl je een documentaire ziet over het leven in de grote stad, denk je, ”het is alsof ik er net uit ben gestapt”.
Radha Cappai, aios ouderengeneeskunde