Ouderengeneeskunde en wetenschap… Gaat dat samen? Nog niet zo goed eigenlijk. Maar langzaam komen we in een tijdperk waarbij onderzoek bij de dementerende ouderen mogelijk wordt gemaakt. Want hoe kan je toestemming vragen voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek als iemand niet kan begrijpen waar hij of zij toestemming voor geeft? En hoe ging dat vroeger eigenlijk? Toen er nog geen Medisch Etische Toetsings Commissie was? Konden we toen zomaar van alles uitproberen bij onze populatie? Waarop was eigenlijk onze behandeling van de dementerende ouderen op gebaseerd? Eigenlijk vooral op het wetenschappelijk onderzoek bij de ‘gezonde en jonge populatie’. We hadden toen nog niet de kennis van nu, de kennis van het ‘kapotte’ brein en de inzichten van onbegrepen gedrag, palliatieve zorg of pijn.
De vijf opleidingsinstituten die de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde faciliteren hebben allemaal de mogelijkheid tot het combineren van de opleiding en wetenschappelijk onderzoek. Een traject van 6 jaar, waarin je zowel in opleiding bent tot specialist ouderengeneeskunde, als promovendus. Zo proberen we de wetenschap binnen de ouderengeneeskunde met elkaar tot een hoger niveau te brengen. Hieruit zijn ook al een aantal interessante vraagstukken ontstaan waar naar het wetenschappelijk antwoord wordt gezocht of recent is beantwoord. Daarnaast is er een overkoepelende organisatie, het Samenwerkingsverband Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) wat zorgt voor een nauwe samenwerking tussen wetenschappers en professionals voor een effectieve kennisontwikkeling, kennisverspreiding en samenwerkingsimplementatie. Deze intensieve samenwerking tussen de totaal 6 lokale netwerken leidt tot een grotere beschikbaarheid van kennis voor professionals in het hele land.
Ook is er in de reguliere opleiding tot specialist ouderengeneeskunde steeds meer aandacht voor een wetenschappelijke vraagstuk, bijvoorbeeld in de vorm van een CAT; een wetenschappelijk antwoord op een vraag uit de praktijk, welke je kan beantwoorden aan de hand van een goede speurtocht op PubMed. Uitdagend is het zeker voor de AIOS, maar de antwoorden zijn vaak van toegevoegde waarde. Soms is er tegen verwachting in toch veel te vinden over een vraagstuk bij de dementerende ouderen en soms is er nog helemaal niks bekend. Dan blijft het toch een beetje je eigen inzicht en gevoel waarop je een behandeling inzet. En is dit dan een vorm van alternatieve geneeskunde? Dat antwoord blijft onduidelijk. Soms is de ervaring bij het starten van een medicijn bij een bewoner met onbegrepen gedrag n=1, wat maakt dat je het daardoor als laatste strohalm bij die andere patiënt toch nog wilt uitproberen. Altijd in goed overleg met de familie uiteraard.
Gelukkig zijn we goed aan de weg aan het timmeren en komt er langzaam maar zeker steeds meer onderzoek naar onze bijzonder interessante populatie. Mocht je nu zelf ook interesse hebben, of wil je er meer van weten, schroom dan zeker niet om contact op te nemen! Je weet soms niet welke kant je carrière met je op wilt gaan, dus laat je vooral verrassen!
Bianca de Jong – AIOTO ouderengeneeskunde LUMC