Casus van de geriatrische revalidatieafdeling

Mevrouw Jacobsen (78) wordt opgenomen op de geriatrische revalidatieafdeling van het verpleeghuis. Drie dagen geleden is zij gevallen op straat en daardoor heeft zij haar rechter heup gebroken. Ze is dezelfde dag geopereerd en kreeg een kop-halsprothese rechts. De operatie is goed verlopen en na 2 dagen mocht zij over naar de revalidatieafdeling. Het doel van de opname is zo snel mogelijk weer naar huis.

De aios ouderengeneeskunde voert het opnamegesprek met mevrouw Jacobsen. Mevrouw Jacobsen woont alleen in een eengezinswoning. Haar twee kinderen wonen zo’n 60 km verderop. Ze doet alles zelfstandig, zo ook de boodschappen en het huishouden. Ze fietste veel, maar is hiermee gestopt omdat ze zich vaak duizelig voelt. Ze is al eens gevallen met de fiets, gelukkig in de bosjes. De boodschappen doet zij nu lopend. Ze neemt nu minder mee per keer, omdat het anders te zwaar wordt. Als zij niets meer in huis heeft, slaat ze wel eens een maaltijd over.

Ze is bekend met hypertensie, artrose aan de beide knieën en diabetes mellitus type 2. Haar medicatie: celecoxib, gliclazide, hydrochloorthiazide, metformine, metoprolol, paracetamol, simvastatine, temazepam.

Daarnaast vraagt de aios ook aan haar hoe zij is gevallen drie dagen geleden en of zij vaker valt. En de aios stelt nog een aantal aanvullende vragen om te bepalen hoe hoog het risico is dat mevrouw Jacobsen opnieuw zal vallen èn om te beoordelen wat er mogelijk is om dit risico te verlagen.

Vragen:

  1. Welke risicofactoren om opnieuw te vallen lees je terug in deze casus?
  2. Wat zijn nog meer mogelijke risicofactoren om (weer) te vallen bij deze patiënte?

Meer lezen over verhoogd valrisico en hoe dit te analyseren? Kijk op de website van Zorg voor Beter.

Vraag 1

  • Duizeligheid bij gebruik thiazidediureticum en bèta-blokker.
  • Bèta-blokker bij diabetes mellitus zorgt ervoor dat deze patiënte een hypoglycemie niet (op tijd) voelt aankomen.
  • Ze slaat wel eens maaltijd over. Als ze dan wel de medicatie inneemt voor de diabetes, dan verhoogt dit de kans op een hypoglycemie.
  • Artrose: pijnklachten bij het bewegen leidt tot minder bewegen en dit leidt tot een afname van de spierkracht.
  • Angst om te vallen leidt tot minder bewegen en dit leidt tot een afname van de spierkracht.
  • Mogelijke ondervoeding  en daarbij te weinig eiwit en/of calcium/vitamine D. Dit kan leiden tot onvoldoende spieropbouw.
  • Een bijwerking van simvastatine is het optreden van spierklachten (stijfheid, pijn, krampen).

Vraag 2

Vaak vallen is een voorbeeld van een geriatrisch syndroom. Er zijn vaak meerdere factoren die samen zorgen voor het vallen. Om het valrisico te verlagen is het nodig om niet één, maar meerdere factoren aan te pakken. Dat betekent vaak ook een multidisciplinaire aanpak, waarbij de specialist ouderengeneeskunde een coördinerende rol speelt. Aan de hand van een uitgebreide anamnese, lichamelijk onderzoek en eventueel bloedonderzoek inventariseert hij de mogelijke risicofactoren. Vervolgens schakelt hij andere disciplines in zoals de fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtist en psycholoog. Daarnaast moet de specialist ouderengeneeskunde ook aan de slag, bijvoorbeeld door eens uitgebreid naar de medicatie te kijken. Welke geneesmiddelen kunnen bijdragen aan het valrisico? Maar ook welke geneesmiddelen extra nodig zijn, bijvoorbeeld om pijnklachten te bestrijden of osteoporose te behandelen.

Kortom: een echte puzzel die je als specialist ouderengeneeskunde samen met anderen moet oplossen.

Hieronder zie je een overzicht van de belangrijkste veroorzakers van een verhoogd valrisico bij ouderen.

Wil je aan de slag om iemand te screenen op verhoogd valrisico en niets missen, gebruik dan dit boekje.

verhoogd valrisico