Die ene patiënt. Een lieve dementerende man met humor, rustig aanwezig in de woonkamer op de afdeling psychogeriatrie, maar altijd zoekend naar houvast in zijn omgeving. Mijn ontmoeting met hem en de begeleiding van hem en zijn familie in de laatste fase van zijn leven hebben mijn interesse in het specialisme ouderengeneeskunde sterk beïnvloed.
Positieve gezondheid
Na de overstap van mijn studie diergeneeskunde naar geneeskunde ging mijn interesse uit naar de mens achter de patiënt. Ik wilde graag naar de hele mens kijken. Zoals Machteld Huber het verwoordt: ‘Positieve gezondheid – gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’. Hierbij stel je niet de ziekte centraal, maar de mens. Een integrale benadering dus, die alle aspecten – lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, de spiritueel-existentieel dimensie, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijk participeren en dagelijks functioneren – omvat. Iets waar ik mezelf helemaal in kan vinden.
Keuze voor de ouderengeneeskunde
Toen ik als basisarts op de spoedeisende hulp werkte, zag ik de noodzaak in van de acute zorg, de levensreddende handelingen die je als dokter verricht voor je patiënt. Daarna leek het me een uitdaging om ook ervaring op te doen in de chronische zorg. En zo ging ik als basisarts aan de slag in het verpleeghuis. Er ging een wereld voor me open! Niet snel daarna maakte ik de keuze voor het specialisme ouderengeneeskunde.
De schoonheid van mijn vak
Als aios ouderengeneeskunde krijg ik telkens weer de bevestiging van de schoonheid van mijn vak.
Qua medische kennis moet je breed onderlegd zijn. Je bent een generalist. Je kijkt naar de persoon zelf – je overlegt met patiënt en naasten welke behandeling het beste bij iemand past. Geen enkele casus is hetzelfde; iedere kwetsbare oudere is een individu. Je moet out of the box denken, observeren zonder te oordelen en luisteren met compassie om zo met een multidisciplinair team de zorg op maat te leveren die je patiënten kwaliteit van leven en welzijn geven.
Rijkdom
De begeleiding in het laatste deel van iemands leven is intensief en emotioneel. Het is bijzonder en dankbaar werk om patiënt en naasten te begeleiden en te ondersteunen in het emotionele en spirituele stuk bij het loslaten van het leven. Na het overlijden van de dementerende man kreeg ik een prachtige bos bloemen van zijn familie met de woorden. ‘Dankzij jou is het voor ons draaglijk geweest.’ Zij zijn dankbaar voor mijn begeleiding. Ik vind het een rijkdom dat ik dit mag doen.