In onze artsengroep van Surplus stellen we ons regelmatig de vraag wat we moeten vinden van alle vreselijke maatregelen die nu getroffen worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag: hoe is dit nou voor onze bewoners? Mensen die soms geen weet hebben van wat er zich afspeelt buiten de huiskamer.
Want het zijn vreselijke maatregelen: de bewoners mogen geen bezoek ontvangen tenzij ze in hun laatste dagen of uren zijn – en dan kunnen ze misschien niks meer zeggen. Wij moeten dan de onmogelijke beslissing nemen of iemand ziek genoeg is om familie te laten komen. Of: ook wij moeten zo min mogelijk bij onze bewoners komen. Als we ze zien, moeten we soms schorten, handschoenen en mondkapjes aan – en dan herkennen ze ons niet meer. Collega’s zien we een stuk minder. En tegelijkertijd zien wat het virus allemaal aanricht: mensen sterven soms een nare dood, bewoners zijn bang om ziek te worden en onze verzorgenden zijn ook soms bang om zo dicht in contact te komen met de bewoners.
Er wordt gezegd dat we met de sluiting van de verpleeghuizen de kwetsbaarste mensen moeten beschermen. Maar er zijn ook mensen die niet beschermd willen worden, ze zijn het leven zat. Ze zouden liever vandaag bezoek krijgen, een lieve hand voelen, een ommetje maken. Maar als zij bezoek krijgen, betekent dat ook extra gevaar voor de buurvrouw die nog lang niet dood wil of voor de zuster die haar verzorgt. Van mijn afdeling zitten zeven mensen van het personeel thuis met Corona – een paar hebben het stevig te pakken. Ik weet niet hoe ze het hebben opgelopen. Bij sommige ben ik bang dat ze lang hebben doorgewerkt omdat ze wisten dat ze niet gemist konden worden.
En dan is er de lockdown in de maatschappij buiten: onze gezinsleden moeten thuis werken, je familie zie je een stuk minder, veel leuke dingen mogen niet meer. En straks komt er een grote crisis: zullen mensen hun baan verliezen? Gaat er bezuinigd worden in de zorg – en wat moeten we dan opgeven?
Is het dat allemaal waard? Waar doen we het nu voor? En hoe moet je hier een keuze in maken? Is gezondheid belangrijker dan menselijk contact? De maatregelen worden ook getroffen om de gezondheidszorg overeind te houden – maar mag dat ten koste gaan van zoveel geluk van zoveel mensen? Ik kom daar niet uit! En de hele kwestie is zo complex, want het gaat om een virus, om een pandemie, om geluk van mensen, om angst, om banen, om onze maatschappij, om geld, om kunst, om sport, om solidariteit, om samenwerking tussen landen, om vertrouwen. Wie het écht weet, mag het zeggen
Gisteren (21 april) zag ik premier Rutte op TV. Vol overtuiging zag ik hem verkondigen dat de sluiting van de verpleeghuizen niet wordt opgeheven. Ik zou net zo’n overtuiging willen uitstralen als ik de besluiten binnen Surplus uit moet dragen. Ik denk dat wij als artsen daar een taak in hebben. Om te laten merken dat we door moeten gaan. Om onze mensen te motiveren vol te houden.
En als ik dan het verdriet zie, slaat de twijfel toe: moet dit echt zo? Maar ik vind dan dat ik die twijfel niet mag laten merken, want wat gebeurt er met de mensen om me heen als ze merken dat ik twijfel?
Daarom vond ik het zo troostend toen ik gisteren zag dat premier Rutte een diepe zucht slaakte. Toen hij zei dat het voor hem ook zo’n worsteling was – ik vermoedde dat hij er ook wakker van kan liggen. Als ik dat zie krijg ik vertrouwen dat hij probeert er voor ons allemaal het beste van te maken. Dat hij goed beseft dat zijn maatregelen bij de een veel pijn brengen en bij de ander misschien zelfs voordeel brengt. Dat hij met de knappe koppen om hem heen echt zijn best doet om alle belangen goed tegen elkaar af te wegen.
Eerder heeft Rutte gezegd dat we nu met 50% van de kennis 100% van de beslissingen moeten nemen. Pas over vele jaren zullen we echt weten of deze tijde de goede beslissingen zijn genomen. De zucht van Rutte helpt mij te vertrouwen dat we, met wat we nu weten, de beste beslissingen nemen. Dat helpt me om te accepteren dat het niet anders is, om te blijven proberen iedereen moed in te praten en om door te gaan.