Hoe lang mag ze nog in haar eigen huis blijven wonen?

Koffie

Ze doet de deur open en zegt stralend ‘Dag dokter’ en al snel daarna: ‘Gaan we buiten zitten met dit lekkere weer?’ Water drinken zit er niet echt in bij deze generatie Brabanders, dus omdat ik geen fris hoef, neem ik ondanks de warmte een kopje koffie aan. Buiten zitten doen we toch maar niet, de buren zitten daar en wie weet wat die horen…

Die koffie krijg ik van een stoere zoon. Hij is erg blij dat ik er ben. Waarom dat is, wordt al snel duidelijk. Ik kom volgens moeder (de patiënte) om te bepalen of ze nog in haar eigen huis mag blijven wonen. ‘Dat krijg je als je ouder wordt, hè.’ Moeder ziet er vrolijk, fit en gebruind uit en heeft nergens last van. Het gaat allemaal wel prima, volgens haar. Fietsen, koken, verder lekker buiten zitten, puzzeltjes maken, de Libelle lezen…

Moeder versus zoon

Dit komt er in werkelijkheid niet zo vlot uit als hier geschreven staat. Niet omdat moeder geen vlotte babbel heeft, die heeft ze namelijk absoluut wel, maar omdat de zoon haar steeds onderbreekt en toch wel een wat andere versie van het verhaal geeft.

Vanwege haar conditie heeft moeder een elektrische fiets. Daarmee fietst ze haar bekende rondje in de stad, ze gaat daar ook niet buiten. ‘Bent u weleens gevallen op de elektrische fiets?’ vraag ik, gezien het hoge aantal ongelukken bij ouderen met e-bikes.
‘Nee, dat niet. En verder ook niet eigenlijk’.
‘Toch wel ma, vorige week nog, op de stoep’.
‘Oh ja.’

Gedurende het gesprek krijg ik meer zicht op wat er speelt. Koken doet moeder eigenlijk niet, maar ze vergeet dat ze dat niet meer doet. Net als werken met de computer, boeken lezen en boodschappen doen. In werkelijkheid is al maanden het gasstel niet aangeraakt. Zelfs opwarmmaaltijden vergeet ze uit de magnetron te halen. Medicijnen vergeet ze in te nemen, zelfs met een baxterrol. Gelukkig komt daarvoor sinds kort thuiszorg. Die zijn aanwezig bij het innemen van de medicatie.

De drie kinderen, van wie er één echt dichtbij woont, doen boodschappen, helpen in het huishouden en leveren maaltijden aan. Het is te doen, maar de snelheid van de achteruitgang baart hen veel zorgen. Zo kan het toch eigenlijk niet meer.

Ze woont al 55 jaar in dit huis. Lief en leed heeft ze gedeeld met haar man, die twee maanden geleden plots is overleden. Eigenlijk wil ze nog wel blijven, maar als haar zoon zegt dat het niet kan, dan luistert ze daarnaar, toch? Daarom zijn ze gaan kijken in de buurt. Bij de nonnetjes. Dat was helemaal niets. Een kleine kamer op een gesloten afdeling. Maar ze hebben ook een bezoek gebracht aan een mooi verzorgingshuis met een prettig eigen appartement. Daarvoor hebben ze alvast een indicatie aangevraagd.

Twijfels en beslissingen

Een beetje beteuterd kijkt moeder wel. Het is daar mooi, maar haar eigen huis is toch ook mooi. De zoon legt de twijfels van de kinderen aan mij voor en kijkt mij vragend aan: op dit moment heeft moeder niet eens zo veel zorg, moeten ze deze stap al wel nemen? Doen ze haar financieel niet te kort? Kan ze niet nog een jaar thuis blijven met meer hulp? Maar wat als de verslechtering inderdaad rap gaat…

Ik slik. Oude bomen verplaats je niet zomaar. Gelukkig heb ik nog hulp van mijn opleider bij het doorhakken van knopen.

Deze blog is geschreven door Marianne Vos, aios ouderengeneeskunde.