‘Als dokter heb ik op verschillende psychogeriatrische afdelingen gewerkt, waar dag en nacht zorg wordt geboden aan mensen met dementie. Bij de opnamegesprekken op deze afdelingen vraag ik niet alleen naar de lichamelijke gezondheid, maar ook naar het (zelfstandig) functioneren, het psychische welbevinden, de sociale omgeving én het vroegere beroep. Maar waarom wil ik weten wat voor beroep iemand vroeger had? Dat wil ik, naast pure interesse, vooral weten omdat het waardevolle inzichten kan geven.
Zo kan ik mij nog goed een meneer met dementie herinneren, die vroeger op een ziekenhuisafdeling had gewerkt. Hij dwaalde constant de kamers van anderen binnen, wat niet altijd in goede aarde viel. Het bleek dat hij nog steeds dacht dat hij in het ziekenhuis werkte en regelmatig de patiëntenkamers moest controleren. Door hem bij de overdracht te betrekken en af en toe mee te laten lopen met de zorgtaken, kreeg hij weer het gevoel nuttig te zijn en verminderde zijn dwaalgedrag.
Een andere meneer, die vroeger als operatieassistent had gewerkt, raakte ’s avonds vaak onrustig. Het kijken naar operatiefilmpjes op YouTube bleek een rustgevend effect op hem te hebben.
Dan was er nog een meneer die midden in de nacht meermaals wakker werd, waarvan we niet begrepen waarom. In zijn vroegere leven was hij vrachtwagenchauffeur geweest en reed vaak ’s nachts. Zijn nachtelijke activiteit in het verpleeghuis weerspiegelde dus eigenlijk zijn vroegere leven op de weg.
Een andere mevrouw op de afdeling bood altijd aan iedereen koffie en thee aan. Ze had een loopbaan als stewardess gehad, en door te helpen met de koffieronde kon ze anderen nog steeds van dienst zijn, wat een glimlach op haar gezicht toverde.
Ik herinner me ook een meneer die vroeger directeur was geweest en nog steeds het gevoel had dat hij mensen moest aansturen. Hij wilde zeker niet zelf aangestuurd worden. Met een passende benadering wisten we hem alsnog de begeleiding en zorg te geven die hij nodig had.
Én dan was er nog die keer dat ik gebeld werd over een meneer die opeens bezig was met allerlei waterleidingen. Wat bleek? Hij was in zijn werkzame leven loodgieter geweest.
Deze voorbeelden laten zien dat deze ene vraag waardevolle informatie kan geven. Het geeft niet alleen inzicht in waarom iemand bepaald gedrag vertoont, maar biedt ook handvatten om de benadering en behandeling aan te passen. Deze informatie kan helpen om persoonsgerichte zorg te bieden, een belangrijk onderdeel binnen de ouderengeneeskunde.’
Deze blog is geschreven door Janine Hogewoning. Ze is derdejaars aios ouderengeneeskunde en werkt momenteel op een psychogeriatrische revalidatieafdeling.
Lees ook de andere blogs van Janine