‘Het is dinsdagochtend. Zoals gewoonlijk begin ik mijn dag om half 9 met het lezen van mijn e-mails en de overdracht van de dienst. Ik lees dat mijn oudste cliënt, een dame van 99 jaar, gisteravond is gevallen. De dienstdoende arts dacht helaas aan een fractuur van het bovenbeen, maar mevrouw wilde niet meer naar het ziekenhuis. “Ik wil niet meer versleept worden dokter”, zei ze toen ik haar vroeg wat ze wél, maar vooral níet meer wilde als het gaat om medische zorg. Ik ben op een andere locatie en besluit aan het einde van de ochtend bij haar langs te gaan. Dan word ik opeens gebeld door de verpleegkundige: “Mevrouw heeft zich bedacht en wil toch wel weten wat er aan de hand is. Kun je langskomen?”, is haar vraag. Ik spring direct in de auto.
In de auto gaan er verschillende gedachten door mijn hoofd. Betekent dit dat ze toch naar het ziekenhuis wil voor een foto? Of is haar misschien nog niet duidelijk dat het niet behandelen van een heupfractuur, meest waarschijnlijk betekent dat ze op korte termijn komt te overlijden? Heeft ze pijn of is ze in de war? Wat vind ik zelf de beste oplossing?
Met een hoofd vol vragen loop ik haar kamer binnen. “Dokter, ik ben dom geweest”, is het eerste wat ze zegt. Vol verbazing kijk ik naar de situatie. Mevrouw zit rechtop in bed, oogt comfortabel en helder. Binnen haar cognitieve problemen kan ze me zeer adequaat vertellen dat ze tóch wil weten of er een breuk zit en wat haar prognose is. Ik probeer haar duidelijk te maken dat opereren, met haar multiproblematiek en leeftijd, niet meer wenselijk is. “Dat zien we dan wel, dokter”, zegt ze. Zal ik haar dan toch naar het ziekenhuis sturen..?
Na vele belletjes met haar dochter, de spoedeisendehulparts en de chirurg, besluiten we met z’n allen dat we in het ziekenhuis een foto van haar been laten maken. Er zit inderdaad een breuk, die de chirurg wil opereren. Nu komt mijn expertise om de hoek kijken en ik besluit er bovenop te zitten. Lopen deed mevrouw al nauwelijks meer en ik denk dat we met een operatie van complicatie in complicatie gaan stappen. De chirurg geeft aan dat deze breuk ook gegipst kan worden. Ze heeft dan geen pijn, maar lopen zal ze nooit meer doen. Ik overtuig de chirurg de laatste keuze te maken. Een dag later komt ze terug, in een rolstoel met haar been in het gips en zonder pijn. Vrolijk en vriendelijk, zoals ik haar ken. Elke week dat ik terugkeer op de afdeling zie ik haar tevreden in de huiskamer zitten. Ik heb de juiste keuze gemaakt.
Ik besef me dat we als specialist ouderengeneeskunde maatwerk leveren bij iedere individuele patiënt, we creatief zijn en alle facetten rondom een cliënt moeten meenemen in een beslissing. Hoe geweldig is dat! En hoe trots ben ik, dat ik me over een jaar ook echt specialist ouderengeneeskunde mag noemen.’
Deze blog is geschreven door Lisa Zemar-Mulder. Ze is tweedejaars aios ouderengeneeskunde bij VOSON en loopt momenteel haar GRZ-stage bij Vilente.
Lees hier meer over Lisa