Michelle Botter • Mens

‘Recent las ik met veel plezier het blog van Michelle van Tongerloo. Een feest van herkenning. ‘Jezelf durven zijn in de spreekkamer’. Hoe gek het ook klinkt, als dokter word je inderdaad opgeleid om juist niet jezelf te zijn in de spreekkamer. Emoties zijn alleen voor de patiënt, anders ben je niet professioneel. Ik weet nog hoe bang ik was om tijdens een euthanasie in huilen uit te barsten. Het werd me vooraf duidelijk gemaakt dat het niet de bedoeling was dat ik mijn tranen zou laten zien. Gelukkig gebeurde dat dan ook niet. Achteraf vraag ik me af of het erg geweest was, als er een traan mijn wang had geraakt. Na de euthanasie gaf de dochter mij een knuffel waardoor ik volledig van mijn à propos gebracht werd. Deze intimiteit was toch juist niet de bedoeling? Omdat het vanaf haar kant kwam liet ik het toe. En stiekem, voelde het eigenlijk op dat moment wél gepast.

Toen ik mijzelf ging specialiseren, kwamen dit soort onderwerpen ook aan bod in de opleiding. Opeens werd me verteld dat een emotie soms wel gepast kan zijn. En dat meer dan 70% van je communicatie non-verbaal is. Al zou je je emotie niet uitspreken, dan valt het wel af te lezen aan je houding.

Ik weet nog dat ik voelde dat een patiënt over mijn grens ging, door te dreigen de verpleegkundige iets aan te doen. Ik voelde de boosheid en frustratie in mezelf op borrelen. Dit mag je toch niet zomaar zeggen!? “Ik vind de toon waarop u over mijn collega spreekt absoluut niet prettig. We kunnen of op een normale toon dit gesprek verder voeren, of ik beëindig het gesprek.” Meneer koos voor het laatste en bleef doorrazen over mijn collega’s.

Blijdschap is een emotie die we over het algemeen wel durven te tonen. Wanneer een behandeling aanslaat, een patiënt jarig is en trakteert, er een zoveelste achterkleinkind trots getoond wordt of wanneer je zelf durft te bekennen dat ook jij een kindje in je buik hebt. Dan leven we met elkaar mee, ik en de patiënt, en zijn we opeens allebei Mens.

Recent kwam een patiënt te dichtbij. Ze stoorde me tijdens mijn lunchpauze en werd ook nog eens boos en veeleisend. Ik had al eerder aangegeven dat ik niet in gesprek ging en toch drong ze aan. Het benauwde me enorm. Dit ging niet alleen mij aan, maar inmiddels ook het kindje in mijn buik!
De volgende dag zat ze me al op te wachten. We concludeerden dat we elkaar dringend wilden spreken. “Ik wil mijn oprechte excuses aanbieden”, begon ze toen we op haar kamer waren. Ik gaf aan dat ik het gevoel van die dag ervoor mee naar huis genomen had. Ik had erover zitten malen. De grenzen die ze nodig heeft probeer ik keer op keer aan te geven, maar zij gaat er alsnog overheen en over de mijne. Ik wil haar graag helpen, maar ze geeft me het vertrouwen niet. Ik gaf aan dat ik zo niet kon werken en dat ik het niet fijn zou vinden om zo uit elkaar te gaan. “Jij bent een mens met jouw emoties, maar ik ben ook een mens met mijn emoties”, zei ik haar. Met vochtige ogen keek ze me aan. Dankbaar sloten we het gesprek af.
De dagen erna hield ze zich aan de afspraken en de week erop zocht ik haar weer op. Ze bedankte me voor mijn openheid; het had haar aan het denken gezet. Ik bedankte haar voor het respecteren van mijn grenzen. Die dag ging ik met meer voldoening naar huis dan normaal. We hebben Mens durven zijn tegen elkaar. En dat heeft onze vertrouwensband alleen maar sterker gemaakt.’

 

Deze blog is geschreven door Michelle Botter. Ze is specialist ouderengeneeskunde en werkt in een gerontopsychiatrisch verpleeghuis en in de eerste lijn in Rotterdam.
Lees ook de andere blogs van Michelle