Anna Pijning kiest bij haar semi-arts stage voor Ouderengeneeskunde
Anna: “Waarom heb ik voor mijn laatste (en langste) stage gekozen voor een verpleeghuis? Die vraag krijg ik vaak van vrienden en familie. Het is niet het eerste waar mensen aan denken, en waarschijnlijk ook niet de meest sexy keuze. ”
Mijn (niet geneeskunde) vrienden denken dat het op de cardiologie of chirurgie afdeling van een ziekenhuis veel spannender is dan op mijn plek, in verpleeghuis De Poort. Maar daar hebben ze geen gelijk in. Ik heb deze plek zelf uitgekozen buiten het reguliere aanbod om, omdat ouderengeneeskunde mij aansprak. Het leek me een veelzijdig werkgebied, waar naast medische kennis ook veel van je wordt gevraagd op het gebied van communicatie en organisatie. Op die gebieden wilde ik me ontwikkelen, en om heel eerlijk te zijn sprak een plek buiten een (academisch) ziekenhuis mij ook erg aan.
Het verpleeghuis waar ik mijn stage doe ligt midden in de stad en is één van de dertig huizen die onderdeel zijn van zorginstelling Amsta. De Poort heeft een revalidatieafdeling, een Korsakov-afdeling, een gesloten PG-afdeling en een aantal somatische en open PG afdelingen. Het medisch team bestaat uit coassistenten, basisartsen, ANIOS, HAIOS en specialisten ouderengeneeskunde. Daarnaast werk ik samen met zorg personeel, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, psychologen, maatschappelijk werkers, geestelijk verzorgers en vrijwilligers. Het samenwerken in een multidisciplinair team is een van de leukste en tegelijk ook meest uitdagende onderdelen van werken in een verpleeghuis.
Er is een groot verschil tussen de zorg voor patiënten op de revalidatieafdeling, waar mensen over het algemeen kortdurend herstellen na bijvoorbeeld een heupfractuur, en de longstay-afdelingen, waar mensen met bijvoorbeeld dementie, uitgebreide somatische problematiek of een combinatie van beiden wonen. Omdat ik zo veel mogelijk wilde leren heb ik een PG/somatiek combinatie-afdeling onder mijn hoede gekregen en zorg ik voor een aantal patiënten opgenomen op de revalidatie-afdeling. Op de revalidatie-afdeling is de doorloop van patiënten veel groter en ben ik vooral bezig met opnames, visites, multidisciplinaire overleggen (MDO), familiegesprekken en ontslagen. Op mijn longstay-afdeling heb ik meer de rol van een huisarts, waarbij ik een patiënt bezoek als er een vraag is of de zorg een probleem signaleert. Natuurlijk zijn ook daar visites en MDO’s, maar minder frequent.
Doordat ik zoveel eigen verantwoordelijkheid heb gekregen voelt deze stage heel anders dan eerdere coschappen. Dat komt natuurlijk ook doordat de SAS veel langer duurt (16 weken) dan een gemiddeld ander coschap, waardoor je echt kunt groeien in je rol. De zorg rondom de patiënten voor wie ik verantwoordelijk ben organiseer ik grotendeels zelf, van opname tot ontslag. Een groot gedeelte is planbare zorg waardoor ik mijn dag zelf kan indelen, behoudens natuurlijk een spoedsituatie die altijd kan voorkomen. Ik maak veel nieuwe en leerzame situaties mee en kan gelukkig zeer laagdrempelig om supervisie vragen aan zowel de HAIOS/AIOS/ANIOS als de supervisoren. We werken in een redelijk klein team vanuit één artsenkamer, waardoor ik gemakkelijk met een vraag bij iemand terecht kan.
Het is me opgevallen dat de artsen die in de ouderenzorg werken over het algemeen betrokken en collegiale mensen zijn, waardoor de sfeer op de werkvloer goed is. In het verpleeghuis gebeuren natuurlijk vaak treurige dingen zoals een spoedsituatie of een verwacht of onverwacht overlijden. Hierover kan ik gelukkig altijd goed met mijn collega’s praten. Wat ik van tevoren niet verwacht had is dat er vaak juist hele leuke of grappige momenten zijn. Die kunnen mijn hele dag goed maken. Al met al bevalt het me heel goed op De Poort en gelukkig zijn ze ook tevreden met mij. Daar ga ik tenminste vanuit, omdat ik hier na mijn stage met mijn eerste baan mag starten.
Bron: www.uva.nl