Het is zaterdagochtend. Mijn wekker is net afgegaan en even later gaat de telefoon (ik heb dienst). Een mevrouw op de PG-afdeling voelt zich niet lekker. ‘Afgelopen nacht heeft ze meerdere keren rechtop in bed gezeten, omdat ze zich benauwd voelde.’ Ze heeft geen andere klachten. Ik besluit in mijn auto te stappen en deze mevrouw te zien.
Eenmaal aangekomen zie ik een vrolijke dame op de rand van het bed zitten. Een bord met kruimels staat voor haar op de rollator; ze heeft net ontbeten. Ze groet me vriendelijk. Als ik de rollator wil wegrijden zodat ik haar kan nakijken, zegt ze dat ik even moet wachten. Snel neemt ze nog een slok van haar chocolademelk, want dat doet het zo goed. ‘Ik zal de volgende keer dan maar een receptje Chocomel voorschrijven.’ Ze lacht, maar ik weet niet zeker of ze begrepen heeft wat ik net zei.
Of ik haar mag nakijken? ‘Ja hoor.’ Halverwege haalt de verzorgende de bloeddrukmeter tevoorschijn. ‘Ojee.’ De vorige keer vond ze dat niet prettig. Maar we mogen het nog een keer meten. De band pompt zich op. Ik fluister: ‘U moet nu even stil zijn, anders doet de meter het niet.’ Maar zodra de band zich verder oppompt hoor ik: ‘Au, au, dit is niet fijn hoor, haha’, en ze beweegt met haar arm.
Na twee keer meten, hebben we een goede waarde te pakken. Daarna niest ze in haar handen en wrijft ze met haar handen over elkaar alsof ze handalcohol wil uitsmeren. Gelukkig komt de verzorgende er al aan met een washandje met zeep.
Bij het lichamelijk onderzoek is alles normaal en ze heeft nu geen klachten: ‘Goedgekeurd’. De chocolademelk heeft klaarblijkelijk zijn werk gedaan!
Als ik weer naar huis rijd, moet ik lachen. Wát een leuke dame. Zeker niet verkeerd om zo mijn weekend te beginnen.
Dit blog is geschreven door Eline Laro, specialist ouderengeneeskunde
Lees hier alle blogs van Eline »