In de ‘Estafette’rubriek van Tijdschrijft voor Ouderengeneeskunde, vertelt Heleen Driever waarom zij heeft gekozen voor de opleiding specialist ouderengeneeskunde. Heleen is aios bij Gerion en loopt haar laatste stage bij Warande in Zeist. Eind 2020 hoopt ze de opleiding af te ronden.
1. Hoe kwam je voor het eerst in aanraking met de ouderengeneeskunde?
Eerst dacht ik dat ik kinderarts wilde worden, maar dat viel tegen. Na anderhalf jaar dacht ik: dan ik word huisarts. Ter voorbereiding zocht ik een baan in een verpleeghuis. Zo ben ik in 2014 bij Amstelring gaan werken als anios. Dat was zo leuk dat ik bij de ouderengeneeskunde ben gebleven. Ik heb nog wel een dag meegelopen met een huisarts, maar toen dacht ik: “never nooit dat ik dit ga doen”!
Waarom ik het zo leuk vind? Vooral vanwege de tijd en aandacht die je voor je patiënt kunt hebben. En je kijkt naar de hele mens, zowel naar alle gebieden in het lichaam als het mentale en sociale vlak. Dat brede spreekt me heel erg aan.
2. Wat vind je zo mooi aan ons vak?
In de ouderengeneeskunde heb je de tijd en ruimte om iemand echt te leren kennen. Het is mooi om samen met de patiënt en de familie te kijken naar haalbare doelen. Daarmee sluit je aan bij het concept ‘positieve gezondheid’, iets wat me heel erg aanspreekt. Want onze patiënten hebben allemaal beperkingen, maar ondanks die beperkingen kun je toch een goede kwaliteit van leven bereiken. En bovendien is het echt teamwork. Ik hou ervan om met verzorging en verpleging en alle paramedici samen iets op te bouwen.
3. Hoe zie je de toekomst van de ouderengeneeskunde?
Tijdens de opleiding deed ik een keuzestage bij Verenso. Toen heb ik een oriënterend onderzoek gedaan naar hoe specialisten ouderengeneeskunde de toekomst van het vak zien. Sindsdien ben ik er zelf ook over gaan nadenken. In de toekomst zie ik een intensieve samenwerking met de eerste lijn. De ouderengeneeskunde moet zich volgens mij los van het verpleeghuis ontwikkelen. Er zijn niet genoeg specialisten ouderengeneeskunde voor het groeiend aantal ouderen, dat is het probleem. Het is leuk om al die huisartsgeneeskundige dingen wél te doen, maar dan kun je niet iedereen behandelen. We moeten onze kennis en expertise gebruiken voor kwetsbare ouderen die onze brede blik nodig hebben. Anders vallen er ouderen buiten de boot, dat zou ik jammer vinden.
4. Als je geen geneeskunde had gestudeerd, wat dan wel?
Ik denk dat ik geschiedenis had gestudeerd. Of een taal, bijvoorbeeld Spaans of Chinees. Of een combinatie van geschiedenis met een taal. Dan was ik na mijn studie gaan lesgeven op een middelbare school, aan een klas vol pubers. Ik hou wel van de frisse blik van jongeren. Het geeft me energie om mensen iets te leren.
5. Hoe kijk je zelf aan tegen het ouder worden?
Dat voelt als nog heel ver weg! Ik hoop vooral dat mijn hoofd het nog lang blijft doen. Ik wil nog lang genieten van mijn gezin, familie, vrienden, een boek, muziek. En daarin wil ik ook wat kunnen bijdragen aan het contact. Als ik dementie zou krijgen, hoop ik dat ik rustig en vriendelijk blijf, maar ik kan me er nog niet zo heel veel bij voorstellen.