‘Het is een doodgewone vrijdagavond. Ik ben op een verjaardag aan de praat geraakt met een vage kennis. Het gesprek begint met een voor de hand liggende vraag: “Wat voor werk doe jij eigenlijk?”. Enthousiast vertel ik dat ik na mijn studie geneeskunde begonnen ben in het verpleeghuis en binnenkort ga solliciteren voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Ik zie het gezicht tegenover mij in een vragende plooi trekken en bereid me voor op een beleefd maar weinig gemeend “wat leuk”. Soms wordt dit nog aangevuld met een opmerking of een vraag die betrekking heeft op een van de vele vooroordelen die er zijn. Is dat niet een beetje saai? Vind je het niet vervelend dat iedereen dood gaat?
Terwijl ik de reactie van degene tegenover mij even laat bezinken, denk ik terug aan woensdag. Onderweg in de auto werd ik al gebeld door de verpleegkundige, ze maakte zich zorgen over een cliënt op de PG-afdeling, een niet pluis gevoel. Hoewel het nog niet helemaal helder was wat er speelde, reed ik meteen door naar die afdeling. Al snel had ik in de gaten dat er inderdaad iets niet klopte. De dementie bemoeilijkte echter mijn anamnese en mijn lichamelijk onderzoek leverde niet veel aanknopingspunten op. Terwijl de cliënt door zijn kamer aan het ijsberen was, zag ik hem een aantal keren naar zijn borstkas grijpen. Zou deze man misschien pijn op de borst hebben? We draaiden een ECG. Gewapend met een zakkaartje vanuit mijn coschappen bekeek ik het ECG en in een oogopslag zag ik het al: ST-elevatie. De adrenaline schoot door mijn lijf, er moest snel gehandeld worden. Zo snel mogelijk verzamelde ik belangrijke informatie: medisch beleid, voorgeschiedenis, medicatie. Hierna belde ik de familie, het nieuws viel hen rauw op het dak maar er was geen tijd om er even een nachtje over te slapen.
Uiteindelijk na kort wikken en wegen van de belangrijkste voor- en nadelen stuurde ik deze man toch in naar het ziekenhuis. Nadat ik de ambulance had gebeld en een overdracht voor het ziekenhuis had verzorgd, checkte ik op de afdeling hoe het ging met de betrokken zorgmedewerkers. We maakten er een korte koffiepauze van, waarna een ieder verder ging met zijn dagelijkse werkzaamheden.
Deze vrijdag, aan het einde van mijn werkdag, ben ik nog op die PG-afdeling geweest. In de huiskamer aan tafel zag ik een man en een vrouw zitten, ze hielden elkaars hand stevig vast en keken elkaar verliefd aan. Het is dezelfde man die ik twee dagen geleden heb ingestuurd naar het ziekenhuis. Er bleek inderdaad sprake van een STEMI waarvoor hij een dotterbehandeling heeft ondergaan.
Met dit laatste beeld voor ogen kijk ik weer naar degene tegenover mij. Uiteindelijk hebben wij een prachtig gesprek over alle mooie facetten van mijn werk.’
Deze blog is geschreven door Anne Hiddink. Anne is eerstejaars aios ouderengeneeskunde en is werkzaam bij Azora. Vanuit Azora is ze werkzaam op een PG-afdeling en somatiekafdeling van Markenheem in Hengelo en Doetinchem.
Lees ook de andere blogs van Anne