Eline Laro • Doe maar!

‘Het zorgpersoneel belt mij over een man die ik niet ken, opgenomen op een afdeling voor mensen met dementie. “Hij is gevallen en heeft een wond boven zijn wenkbrauw. Ik denk dat het gehecht moet worden.” Poeh, het is even geleden dat ik gehecht heb. Hoe zal deze dementerende man op mij reageren als ik ga hechten? Terwijl ik in de auto stap loop ik nog even na welke stappen ik moet zetten.

Eenmaal aangekomen wordt deze man naar zijn kamer begeleid en gaat op bed liggen. Ik zie de wond boven zijn wenkbrauw: de wondranden wijken wat en de wond bloedt ook flink. Er moet inderdaad gehecht worden. Hijzelf is een man van weinig woorden: hij antwoordt kort op mijn vragen, maar geeft duidelijk aan wat hij wil. Open vragen zijn te lastig voor hem, dat kan hij niet overzien. Maar kiezen tussen twee opties lukt wel. Hij maakt verder een rustige indruk en laat alles toe op dit moment.

Ik begin met verdoven, dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Het zetten van de verdoving blijkt erg pijnlijk te zijn voor hem, waardoor hij gaat fronsen en zijn wenkbrauw dus beweegt terwijl ik bezig ben. We geven de verdoving de tijd om in te werken. Maar als ik dan uiteindelijk wil beginnen met hechten, blijkt de verdoving niet genoeg te helpen. Maar het hechten lijkt minder pijnlijk dan het zetten van de verdoving. Ik vraag aan deze man wat hij wil: “Doe maar!” zegt hij als ik voorstel om verder te gaan met hechten.

De eerste twee hechtingen gaan goed. “Dit is de laatste hechting”. Bij de derde hechting zit de naald erg in de weg bij het knopen. Daarom vraag ik aan het zorgpersoneel om de naald af te knippen, ik hoef toch nog maar één knoop te zetten. Daarna houd ik ineens een draad in mijn hand: ik heb de draad door de huid heen getrokken… Dus ik moet nog een keer de laatste hechting plaatsen. Nu zit de derde hechting ook op zijn plek. Maar als ik naar de wond kijk, dan zie ik nog een open plekje dat blijft bloeden: er moet toch nog een vierde hechting bij. Dus ik zeg nogmaals tegen deze man dat ik de laatste hechting ga plaatsen. “Sorry, ik voel mij heel gemeen, maar ik meen het wel steeds dat het de laatste hechting is.” Uiteindelijk zit ook de vierde hechting goed en zijn we klaar.

Als ik naar de wond kijk, ben ik tevreden met het resultaat. Het voelde wel alsof ik aan het klungelen was: ik kan de handeling prima uitvoeren, maar ik doe het te weinig om er handigheid in te krijgen. Terwijl ik aan het opruimen ben, zegt de man tegen mij: “Goed gedaan meisje”.’

 

Deze blog is geschreven door Eline Laro. Eline is specialist ouderengeneeskunde en werkt op een PG-afdeling en somatiekafdeling van Van Neynsel in s-Hertogenbosch en Vught.
Lees ook de andere blogs van Eline