‘Op dit moment heb ik mijn allerlaatste stage voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde achter de rug. Een bijzondere stage, omdat ik tijdens deze stage geen contact had met kwetsbare ouderen en patiënten met complexe medische zorgvragen. Wel hield ik me bezig met de ouderengeneeskunde, maar dan vooral op landelijk niveau. Hierdoor heb ik veel geleerd over de organisatie van zorg.
Ik heb gekozen om mijn opleiding tot specialist ouderengeneeskunde af te ronden met een beleidsstage bij Verenso, de beroepsvereniging voor specialisten ouderengeneeskunde. Het leek mij erg interessant om hier een kijkje achter de schermen te nemen. En dat was het ook!
Een beleidsstage houdt in dat je een beleidsonderzoek uitvoert over een vraag die speelt bij de beroepsvereniging. Met de resultaten van dit onderzoek gaan de bureaumedewerkers vervolgens aan de slag. Het doel van mijn beleidsonderzoek was nagaan of er behoefte was om medisch leiderschap te stimuleren onder aios en specialisten ouderengeneeskunde. Daarnaast heb ik bekeken op welke manieren medisch leiderschap vergroot kan worden onder de leden van Verenso.
Naast het uitvoeren van een beleidsonderzoek heb ik ook bij interessante overleggen mogen aansluiten, zoals overleggen met onder andere het ministerie van VWS, de branchevereniging Actiz, SOON, de LAD en de KNMG. Dit gaf een goede inkijk in al het harde werk dat wordt verricht op kantoor bij de beroepsvereniging om het werk als specialist ouderengeneeskunde zo goed mogelijk uit te voeren.
Ik heb ook gezien hoe belangrijk het is dat je als aios en specialist ouderengeneeskunde actief bent in de beroepsvereniging. Er wordt namelijk echt wat gedaan met je input over bijvoorbeeld het ontwikkelen van nieuwe richtlijnen of het verbeteren van een visitatieproces. Daaraan merk je ook dat je echt onderdeel bent van de beroepsvereniging. Daarnaast zijn de bureaumedewerkers ontzettend vriendelijk en behulpzaam. Dit alles maakt dat mijn beleidsstage een groot succes is geweest! Ik raad dan ook iedereen aan om ook eens een ander soort stage te kiezen dan een medisch inhoudelijke stage.’